Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Mimi Lievens

Madam Engelbeen

Mimi Lievens

In de schaduw van onze kerktoren mijmeren in alle stilte enkele statige herenhuizen. In tijden van domotica en andere eenentwintigste eeuwse snufjes vormen zij een waar anachronisme. Ze ademen nog de tijd van toen waarin Zele nog een klassenmaatschappij was. Het mooiste contrast zie je in de Dokter Armand Rubbensstraat waar het huisje van Romanieke tegen een statig herenhuis aanleunt. In dat herenhuis woont Madam Engelbeen, geboren Maria Lievens, Mimi voor de vrienden. Via de buurtwerking heb ik haar een beetje leren kennen en toen een dorpsgenoot haar suggereerde als ‘Mens van bij ons’ belde ik op een goede dag aan haar deur. Mimi verwelkomde me met een brede glimlach, haar eigen. Een interview? Ik kreeg een spontane ‘ja’ en in de woonkamer noteerde ik dag en uur op haar kalender.

Het huis in de Dokter Armand Rubbensstraat

Enkele dagen later is het zover. Het eerste enthousiasme heeft plaats gemaakt voor twijfel. Ik weet echt niet zo veel meer, verontschuldigt ze zich, mijn geheugen laat me soms in de steek. Ik stel haar gerust en zeg dat het is wat het is.
De roots van Mimi liggen in Ninove. Ze zag er het levenslicht op 15 februari 1923. Ze telt dus 87 lentes maar ze kan heus een aantal jaren liegen. Ze komt uit een gezin van zeven kinderen en haar vader was huisarts. Over haar jeugd heeft ze niets dan goede woorden. Op haar twaalfde moest ze van thuis naar het internaat. Dat was bij de Zusters van Liefde in de Parnas in Brussel. Tout en français maar kom niet met die Franse complimenten naar huis, waarschuwde haar zus telkens ze naar Brussel trok.
In 1940 was er plots de tweede wereldoorlog en die veranderde het leven van Mimi totaal. De school werd gesloten en ze moest onmiddellijk naar Ninove terugkeren. Samen met de familie trokken ze op de vlucht voor het Duitse gevaar. In die achttien dagen beleefde ze met haar familie verschrikkelijke dagen. In Vichte in Zuid-Oost-Vlaanderen beleefden ze een zwaar bombardement. De beelden van de vlucht zijn nog altijd in het geheugen van Mimi gegrift.
Haar zus was getrouwd met Gust Engelbeen. Op het verlovingsfeest leerde zij op haar beurt Albert, haar toekomstige man, kennen. Het was liefde op het eerste gezicht en dat is het gebleven. Verkeren in die tijd was heel anders dan nu. Albert kende ze al een hele tijd. Maar lange tijd was het enkel vriendschap en sympathie. Daar bleef het bij. Een lach, eens in mijn hand nijpen… veel meer gebeurde er toen niet. Mimi herinnert zich maar al te best wanneer ze de eerste zoen gekregen heeft. Ze was met de fiets van Ninove naar Hamme gereden om haar zus te bezoeken. Voor ze naar huis fietste, ging ze nog even langs bij de ouders van Albert. Toen ze wilde vertrekken, mocht Albert met haar een eindje meefietsen. Even voorbij Oudegem was er die eerste kus

Achteraan van links naar rechts: Jan, Marc en Albert. Vooraan Piet, Mimi en Luc.

In oktober 1943, in volle oorlogstijd zijn Albert en Mimi getrouwd. Omdat Albert al in Zele werkte, kwamen ze daar ook wonen. Zele was een gemeente naar hun hart. Het jonge paar vond een huis in de Kloosterstraat waar nu Kapper Dirk gevestigd is. Acht jaar lang hebben ze daar gewoond en hun vier zonen zijn in die tijd geboren: Marc (1944), Luc (1945), Jan (1947) en Piet (1949). In 1951 kregen ze de kans het huis te kopen waar minister Edmond Rubbens nog gewoond had. Het huis in de Dokter Armand Rubbensstraat waar ze nu nog altijd woont.
Een ruim huis waar er genoeg ruimte was voor de tandartsenpraktijk en de privéwoning. In 1954 werd het vijfde kind geboren: Ann, de enige dochter in het gezin.
Als je vandaag de dag bij de tandarts langsgaat is het al techno wat de klok slaat. Als de computer de geest geeft, moet ook de tandarts passen. Een tandartspraktijk anno de jaren vijftig zag er helemaal anders uit. Er was een zetel, een kolon en apparatuur die meer lawaai maakte dan de moderne van tegenwoordig. Toch, vertelt Mimi, had mijn man een principe waar hij niet van afweek: als hij iets deed, deed hij het goed, hij maakte er zijn werk van. Ik ontmoet nu nog mensen die zovele jaren later nog stoefen op het werk van mijn man, glundert ze. Hij deed zijn werk met inzet maar door ziekte moest hij noodgedwongen stoppen
.

Mimi is altijd huismoeder geweest. Ze heeft nooit een eigen beroep uitgeoefend. Met vijf kinderen en de praktijk was hulp in huis meer dan welkom. Jarenlang heeft ze een meid gehad die bleef inslapen. Ze arriveerde op maandagmorgen en trok op zaterdagnamiddag huiswaarts. Een sociaal stelsel waar we in de eenentwintigste eeuw moeilijk bij kunnen maar toen was dat zo, zegt Mimi. We hebben goed personeel gehad die meestal vertrokken als ze trouwden. Met sommigen heb ik nog altijd contact, ook al is het dertig, veertig, vijftig jaar geleden.
Veel tijd voor hobby’s was er niet. ik was altijd bezig, zegt Mimi, en koken deed ik erg graag. Vijf kinderen brachten ook veel werk mee en vroegen de nodige aandacht. Ook in de tuin kon ze zich uitleven. Ze vertelt hoe ze haar rozen vertroetelt door gesnipperde banaanschillen in te graven aan de wortels. Op haar binnenkoer staan de rozen te smachten naar de zomer. Op latere leeftijd kreeg ze de fietsmicrobe. Als het mooi weer was, vond ze het erg fijn om tochtjes te maken langs de Schelde en de Durme. Ze haalt haar boekje boven waarin ze haar fietsuitstappen noteerde: de datum, de afstand, de rustplaats. Ik vond dat gewoonweg zalig, zegt Mimi maar jammer genoeg mag ik het nu niet meer doen.

De familie Engelbeen begin jaren zestig. Achteraan Marc, Jan en Luc. Vooraan Oiet, Albert, Ann en Mimi.

Daarnaast was ze ook lid van CMBV en geregeld gingen ze ook op reis. Ik heb daar prachtige herinneringen aan, zegt ze na al die jaren, maar eigenlijk ben ik niet liever dan thuis. Eens ik weg was genoot ik er wel van maar oost, west, thuis was het nog altijd het best. Haar man Albert was ook bestuurslid van de harmonie en daardoor hebben ze ook vrienden gemaakt. Jacques en Agnes Verbeeck, Pierre en Christiane Verbeeck en vooral Louis en José Walrave en Jo en Minne De Smedt waren hun vrienden waar ze vaak mee optrokken en daar houdt ze vele mooie souvernis aan over. Van dat groepje blijven er niet veel meer over. Het plotse overlijden van Minne De Smedt twee jaar geleden was voor haar erg moeilijk. Wij waren twee handen op één buik, zegt Mimi, en we zagen elkaar bijna alle dagen. Dat was voor mij een grote slag.
In de woonkamer hangen heel veel foto’s, souvenirs van 87 jaar leven. Op de kast staan twee grotere. Die van haar man Albert, die stierf in 1993 op 74-jarige leeftijd en die van haar zoon Jan. Hij was dertig toen hij er voor koos om uit het leven te stappen. Onze Jan was een stille jongen, vertelt ze, altijd bereid om iedereen te helpen. iemand die graag aan auto’s werkte en met brommers toerde. Op 22 januari 1977 rond kwart voor negen ’s morgens werd er aan de deur gebeld. Ik ging open doen en zag iemand op straat liggen en haalde onmiddellijk een kussen en dan moest ik tot mijn verbijstering vaststellen dat het onze Jan was. Dat was voor ons een grote klop. We hebben het er lange tijd moeilijk mee gehad, zucht ze. Mijn tranen ben ik toen kwijtgeraakt, ik heb geen tranen meer, bekent ze, alleen die krop in mijn keel die blijft er. Maar het leven gaat nu eenmaal verder…

Mimi in de kerk

Ondanks alles kijkt Mimi met tevredenheid terug op haar leven. Het was met vallen en opstaan maar ik ben met Albert heel gelukkig geweest, glimlacht ze, moest het te herdoen zijn, ik pakte hem onmiddellijk terug. Met een goed huwelijk kan je samen veel aan. En, voegt Mimi er aan toe, mijn geloof heeft me altijd erg geholpen. God is mijnen beste vriend. Ook nu nog probeert ze alle dagen naar de kerk te gaan
en ze komt er gesterkt van terug.
In haar achtentachtigste levensjaar doet Mimi het rustig aan. Als het weer mooi is, doet ze haar wandeling naar het park Peeters en scrabbelen vindt ze ook een leuk tijdverdrijf. Ondanks dat ze madam Engelbeen was, heeft ze dit nooit in haar kop gestoken. De opvoeding die ze meekreeg van haar ouders heeft zijn sporen nagelaten. Doe je best en verkoop niet te veel streken, was hun devies. En goed zijn voor je naasten was ook iets dat ze met de paplepel had meegekregen. Ze denkt met veel respect en liefde terug aan haar ouders die veel voor haar gedaan hebben.

Ik neem afscheid van Mimi. Haar eenvoud, haar vriendelijkheid en haar aandacht voor anderen sieren haar nog altijd en maken haar tot een schone Mens van bij ons.

Bedankt, Mimi, voor de babbel, ad multus annos.

mark
07.03.2010

Dit interview kan je ook afdrukken. Het is opgemaakt in een PDF-formaat.

pdf - Madam Engelbeen - Mimi Lievens

 

Thuiskomen

 

 

Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.

Reacties en suggesties zijn altijd welkom !